
Het belang van aanraking binnen het leerproces.
Geschreven door Pascale Simons
Er is een groot taboe op het fysieke aanraken van kinderen door een docent. Terwijl aangeraakt worden een belangrijke levensbehoefte is. Ik zou willen pleiten binnen het onderwijs voor een benadering van fysiek contact vanuit het oogpunt van een levensbehoefte en een kans om te leren, in plaats van een taboe. Zodat kinderen en leerkrachten de juiste waarde ervan (weer) leren kennen. En weten hoe ze er mee om moeten gaan.
Wat is er bekend over het belang van aanraken? Wat is de pedagogische waarde van het aanraken van kinderen? En wat kunnen we leren over het belang van aanraking binnen het leerproces in het onderwijs?
De kracht van aanraking
Psycholoog Harlow onderzocht in de jaren vijftig de kracht van fysieke aanraking. Hij zette aapjes in een kooi met zowel een ijzeren moederaap die melk gaf, als een zachte badstof moederaap . De aapjes haalde snel eten bij de ijzeren aap, om zich daarna urenlang vast te klampen aan de badstof versie. Aapjes die langdurig werden veroordeeld tot de ijzeren aap ontwikkelden zich minder sociaal, vertoonden minder exploratiedrang, behoefte om te leren, en waren angstiger dan de aapjes die mochten genieten van een badstof moeder. Dit onderstreept het belang van aanraking voor een gezonde emotionele ontwikkeling.
Aanraken is cultureel bepaald. De Vries noemt dat in culturen waar aanraken niet vaak voor komt, we meer agressie zien. In de westerse samenleving zien we zelfs een afname van lichaamscontact. Hierdoor is er kans op tastarmoede. De huid zit vol sensoren die via het zenuwstelsel prikkels doorgeven aan de somatosensorische cortex. Hier wordt een verbinding gemaakt met ons emotionele brein, daarin wordt beoordeeld of de aanraking gewenst of ongewenst is. Als de aanraking gewenst is, wordt oxytocine aangemaakt. Dat zorgt ervoor dat we aardig zijn en ons sociaal gedragen. Het bestendigt de relatie met anderen, laat de bloeddruk dalen, doet stress afnemen en zorgt voor een goede werking van het spijsverteringssysteem. Hiernaast bevordert het de groei, het leervermogen en bestrijdt het hormoon pijn. Fysiek contact heeft een positief effect bij rouwverwerking en verdriet (Moberg). Wat van belang is voor het onderwijs is dat het leervermogen ook wordt bevorderd.
Een andere opmerkelijke ontdekking: In een Amerikaans ziekenhuis, op een afdeling voor te vroeg geboren baby’s, groeiden baby’s van afdeling A, beter dan baby’s van afdeling B. Sterker nog: deze baby’s maakten zelfs een normale ontwikkeling door, ondanks het feit dat ze te vroeg waren geboren. Er werd een onderzoek ingesteld door de artsen. De heersende overtuiging was: kinderen die te vroeg geboren zijn, kun je maar beter niet aanraken. Allerlei infecties liggen op de loer en het zenuwstelsel raakt snel beschadigd. Om deze medische redenen hield men zich aan de code: verboden aan te raken. Op een dag bleek dat op afdeling A een nachtzuster werkte die toegaf dat ze huilende baby’s uit de couveuses haalde om ze te strelen en te troosten. Ze kon het gehuil niet verdragen en negeerde het verbod. Toen ze merkte dat de kinderen hier helemaal geen schade van ondervonden en zelfs van de aanraking genoten, besloot ze hiermee door te gaan. (Servan-Schreiber). Dit effect van babymassage is in meerdere studies aangetoond. Deze kinderen groeien en ontwikkelen zich beter dan kinderen die niet gemasseerd worden. Zowel op verstandelijk als op motorisch gebied. Bij premature baby’s is dit verschil zelfs 47%. (De Vries)
Kinderen die vaak fysiek contact zoeken met leeftijdsgenootjes door te stoeien vallen op. Ravottend dagen ze uit en proberen ze hun grenzen te verkennen en verleggen. Steeds meer kinderen weten nauwelijks met deze druktemakers om te gaan, omdat er steeds minder lijfelijke spelletjes zijn. Dat is jammer, want stoeien zit in de aard van het beestje. Het is bovendien een spel en een uitlaatklep waarmee veel motorische vaardigheden kunnen worden geoefend en het biedt veel sociale en pedagogische handvatten. (Leren door Spelen)
Wel of niet aanraken
Sluijter maakt onderscheid tussen kinderen met huidhonger en huidafweer. Ze stelt dat dit verschil bepaald kan worden door het effect van de fysieke ervaring van het aanraken en door de manier waarop dit kind thuis van jongs af aan is aangeraakt. Kinderen die zelden of nooit aangeraakt worden, kunnen aanrakingen als een inbreuk op hun persoonlijke integriteit ervaren, los van de bedoelingen van de opvoeder. Ze zegt dat de opvoeder zijn eigen aanraakgedrag hierop zal moeten aan passen. Sluijter herkent in de rituelen van bendes en groepen jongeren een poging de huidhonger te stillen en de onderlinge verbondenheid te benadrukken. Veel van deze groepen hebben vaste begroetingsrituelen die gepaard gaan met lichamelijk contact.
Oomkes wijst op de intieme zone. Mensen hebben behoefte aan persoonlijke ruimte. Dat is deels cultureel bepaald. De ander mag niet zomaar in jouw intieme zone binnendringen. Voor het onderwijs kunnen we hier de les uit halen dat het niet vanzelfsprekend is dat je je in de intieme zone van het kind mag begeven. Als de aanraking niet logisch past in de relatie tussen kind en leerkracht, kunnen leerkrachten het gevaar lopen de intieme zone van het kind verkeerd in te schatten.
Van Manen plaatst het aanraken in het kader van tactvol omgaan met kinderen. Als je tact in orde is en aansluit bij de behoefte van het kind, is er volgens Van Manen werkelijk contact. Contact wordt door hem beschreven als ‘fully in touch, being in tact’.
Ons aanraakgedrag ligt tegenwoordig onder vuur. Scholen en besturen stoppen veel energie in het reguleren van het aanraakgedrag. Men is bang dat de aanraking als seksueel of mishandelend kan worden gezien. Posters worden van ramen gehaald, zodat iedereen de klas in kan kijken. Leerkrachten wordt verboden om zich alleen met een leerling in het lokaal te bevinden. Deze maatregelen worden eerder ingegeven door de angst ergens op ‘betrapt’ te worden, dan door de pedagogische waarde van het aanraken zelf. Deze pedagogische waarde wordt zwaar onderschat. Dit heeft tot gevolg dat de balans zoek is. Een school die de regel hanteert ‘Wij raken kinderen niet aan’ , doet niet alleen zichzelf maar ook de kinderen ernstig tekort. Gevolg is dat het aanraken lijkt te zijn voorbehouden aan een klein kringetje van intimi. Die angst voor misbruik is sterk overtrokken stelt De Vries. Leerkrachten die zich hebben schuldig gemaakt aan seksueel misbruik, vertonen de neiging signalen van kinderen te seksualiseren. Dit gekoppeld aan een machtsverschil kan ertoe leiden dat er ongewenst lichamelijk contact plaatsvindt. Maar de overgrote meerderheid van de leerkrachten heeft deze neiging niet en dus is de kans klein dat ze zich zullen vergrijpen aan de kinderen. Tevens blijkt dat zelfbewuste kinderen, die slagvaardig aangeven niet gediend te zijn van lichamelijk contact, niet vaak slachtoffer worden van misbruik. Het is dus van belang kinderen goed te leren omgaan met fysiek contact.
Bronnen
Literatuur
Jansen, Hans. Levend leren. Utrecht: Agiel, 2006. Print.
Van Manen, Max. The tact of teaching. Ontario: The Althouse Press, 1996. Print.
Moberg, Kerstin. De oxytocinefactor, benut het hormoon van onthaasting, genezing en verbondenheid. Amsterdam: Thoeris. 2007. Print.
Oomkes, Frank. Communicatieleer. Amsterdam: Boom, 2003. Print.
Servan-Schreiber, David. Uw brein als medicijn. Utrecht/Antwerpen: Kosmos, 2003. Print.
Sluijter, Marijke. Aanraken: een levensbehoefte. Amsterdam: SWP, 2002. Print.
Online artikelen
Van Appeldoorn, Gerco. “Leraren in het voortgezet onderwijs”. Drs-online. (2015) Web. 13 dec 2015.
Mark, Simone en Marcel Herpen. “Pedagogisch contact: Verbondenheid door aanraking”. Nivoz. (2014) Web. 8 dec 2015.
De Vries, Peter. “Aanraken van kinderen: Tussen levensbehoefte en taboe”. Wij-leren. (2015) Web. 8 dec 2015.
Websites
Leren door Spelen. “Stoeien”. (2015) Web. 10 dec 2015.
Rots en Water. “ Het Rots en Water programma: Sociale Competentie Training”. (2015) Web. 13 dec 2015.
En hoe zit het met aanraken om de veiligheid te handhaven? Is het vastgrijpen door een docent van een jongen, die zich agressief gedraagt tegenover een leeftijdsgenoot op het schoolplein, een vorm van geweld of is dat een pedagogische maatregel? Artikel 11 van de grondwet geeft aan dat derden niets met je lichaam mogen doen, als jij dat niet wilt. Ongewenst aanraken kan als een strafbaar feit gezien worden, afhankelijk van de omstandigheden. Een juiste inschatting maken van de betekenis van fysiek contact kan alleen gemaakt worden als we alle beïnvloedende factoren laten meewegen (Mulderij & Mark). De impact van de aanraking wordt o.a. bepaald door:
-
de relatie en intenties van de betrokkenen;
-
de eigenschappen, biografie en relatie van de betrokkenen;
-
op welk deel van het lichaam de aanraking plaatsvindt;
-
hoe en waarmee (voorwerp of lichaamsdeel) wordt aangeraakt;
-
druk en duur van de aanraking;
-
de context, aanwezigheid van derden, de omgeving, de situatie en de stemming waarin de aanraking plaatsvindt;
-
de beleving en reactie na het lichaamscontact.
Wat zou er gebeuren als het incident niet op het schoolplein, maar in de gymzaal voorvalt ; wat als de leraar de vader is van één van de kinderen; wat als de jongen een meisje is; wat als het een Islamitische school is; of wat als het een particuliere school is in Wassenaar?De omstandigheden bepalen de impact en de beeldvorming. En dat is lastig met een kabinet dat ook vraagt om daadkracht en elkaar aanspreken in vervelende situaties. (Mark & van Herpen)
Toepassingen in het onderwijs
Ik denk dat we in het onderwijs kinderen moeten leren hoe op een gezonde manier met fysiek contact om te gaan. Zo kunnen de kinderen ook leren hoe ze hun grens moeten aangeven als de aanraking ongewenst is. Daar zijn bijvoorbeeld trainingen als Rots en Water geschikt voor voor die zich richt op de sociaal-emotionele ontwikkeling van basisschoolkind, puber en adolescent. Het programma is geschikt voor de bovenbouw po en voor voortgezet en hoger onderwijs. Met de bouwstenen zelfbeheersing, zelfreflectie en zelfvertrouwen als basis wordt gewerkt aan de thema’s veiligheid, assertiviteit, communicatie, en het vinden van een eigen weg, die met anderen verbindt en richting geeft. Maar ook vechtsporttrainingen op school kunnen de kinderen op dit gebied een boel leren.
Ik ben van mening dat het kind de regie moet kunnen hebben. Niet de leerkracht, maar het kind bepaalt de manier waarop fysiek contact plaatsvindt in de professionele opvoedkundige relatie. Pedagogische sensitiviteit (Jansen) is dan nodig om het eigen aanraakgedrag af te stemmen op de behoefte van het kind.
Onderwijsadviseur Simone Mark betreurt het dat de meeste lerarenopleidigen geen aandacht besteden aan het thema aanraken, terwijl kinderen die gepast worden aangeraakt zich beter ontwikkelen. Ze ziet het vaak alleen terugkomen bij het onderwerp kindermishandeling. Daarom geeft ze lezingen en workshops en hoopt ze dat de lerarenopleidingen hierdoor geinspireerd worden om zelf ook iets met dit onderwerp te gaan doen. (Van Appeldoorn)
Conclusie
Er moet gekeken worden naar een bewustwording van de eigen integriteit en een juiste inschatting van de waarde van het aanraken. Afgestemd op regels en voorschriften, vertrouwende op de eigen zuivere intenties. Daarnaast moet er meer aandacht komen voor de eigen authenticiteit. Hoe sta je hierin als docent? Hoe lijfelijk ben je? Hoe ervaar je zelf fysiek contact en wat is het effect hiervan op jouw fysieke omgang met de kinderen? Protocollen kunnen zo eerder beschrijvend dan voorschrijvend opgesteld worden. De school kan hierin aangeven hoe er omgegaan wordt met fysiek contact in de professionele, opvoedkundige situatie en leerkrachten en leerlingen leren samen, zowel theoretisch als praktisch, alle belangrijke elementen van fysiek contact kennen en ervaren. Dus ook bij leerlingen moet een bewustwording komen van de juiste inschatting van de waarde van het aanraken.
Het zou goed zijn als er meer aandacht besteed wordt aan het belang van aanraking binnen het leerproces in het onderwijs door bijvoorbeeld aparte cursussen voor de praktiserende leraren en in de lerarenopleidingen.